Verslagje zevende sociëteitsavond
16 April 2012
Zo’n vijfentwintig leden bezochten op 4 april j.l. Café de Sleutel in Groningen voor de zevende sociëteitsavond van onze Noordelijke Afdeling. Voorzitter Anton Brand heette iedereen welkom, dankte de Kascommissie — bestaande uit Han Borg en Gert Kortekaas — bij voorbaat voor haar werkzaamheden en kondigde aan dat de volgende avond, in oktober, in het teken zal staan van een najaarsbuffet. Ook kon hij voor die avond al een gastspreekster noemen: dr. Sabrina Corbellini, die het zal hebben over middeleeuwse bijbelvertalingen in volkstalen. Helaas was mevrouw Corbellini nu verhinderd, maar we zien uit naar haar voordracht in het najaar.
Daarmee was de beurt direct aan de voorzitter zelf, oftewel aan de schrijver Anton Brand. Hij publiceerde onlangs een nieuwe roman: Laatste reis. In het spoor van Vincenzo Bellini. Het verhaal gaat over de liefde voor opera — en over de laatste reis die de stoffelijke resten van de jong overleden componist (1801-1835) in 1876 van Père-Lachaise in Parijs naar zijn geboorteplaats Catania op Sicilië maakten. Han Borg, historicus, opera- en Italiëkenner, sprak met Anton niet alleen over Bellini, maar ook over nog zo’n icoon van de opera: Giacomo Puccini. Han liet fragmenten uit Madama Butterfly en La Bohème horen.
Egge Knol, conservator van het Groninger Museum, amuseerde zijn gehoor met een boeiend en bevlogen betoog over de Groninger vlaggen, die van de Stad, de Ommelanden en van de provincie Groningen. Hij presenteerde ‘slechts’ twaalf sheets in een PowerPoint, maar op elk van die sheets wapperden zoveel vlaggen — en de ontwerpen ervan, die vlaggen die nooit aan wapperen zijn toegekomen — dat er heel wat over te vertellen viel. Wie het wilde, kon een publicatie mee naar huis nemen waarin Egge zijn betoog aan het papier heeft toevertrouwd.
Tot slot traden de schrijvers Coen Peppelenbos en Doeke Sijens op. In september verschijnt Eeuwige trouw, het derde en laatste deel van hun Tavenier-reeks. Coen leidde het onderwerp kort in, vooral om ons eraan te herinneren wie ook weer wie was in het op de Groninger realiteit gebaseerde feuilleton. Daarna lazen beiden enkele fragmenten uit eigen werk voor. Dat was een bijzondere primeur, want lang niet alle auteurs laten al in de keuken kijken terwijl hun boek nog niet af is (nog drie hoofdstukken te gaan).
Het was opnieuw een onderhoudende avond — en een uiterst gevarieerd programma.