RSS

De Voorjaarsbijeenkomst van de Noordelijke Afdeling van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, de eenentwintigste bijeenkomst alweer, verliep buitengewoon geanimeerd. Het was voor het eerst in een jaar tijd dat de Afdeling weer tezamen kon komen en dat werd door de 40 aanwezigen zeer gewaardeerd. Pieter Jonker van de Stichting Nobilis uit Fochteloo, dichter Jane Leusink en historicus Arend van Essen hielden voordrachten van hoge kwaliteit en de gasten genoten van een smakelijk drie-gangenbuffet, verzorgd door de nieuwe uitbater van Sociëteit De Sleutel, de Martini Hotel Group.

Voorzitter Anton Brand opende de bijeenkomst en gaf het woord daarna aan penningmeester Rob Pronk, die een korte toelichting gaf op de financiële stand van zaken. De Jaarrekening over 2022 presenteert het bestuur tijdens de komende Najaarsbijeenkomst. Mevrouw Dieneke Hempenius-van Dijk en de heer Henk Boels verklaarden zich bereid ook dit jaar als kascommissie te fungeren.

Aansluitend introduceerde de voorzitter de oprichter en bestuurder van de Stichting Nobilis, oftewel het in Friesland gevestigde Centrum voor Prentkunst. Pieter Jonker hield een ronduit aanstekelijk en enthousiasmerend betoog over het onderkomen van de stichting en vooral over de inmiddels omvangrijke collectie grafiek van beeldend kunstenaars uit heel Nederland. Hij deed dat aan de hand van een groot aantal afbeeldingen van het werk van die kunstenaars, waardoor zijn presentatie een visueel feest werd. De Stichting Nobilis werd in 1991 opgezet ten behoeve van Peter Lazarov, asielzoeker, beeldend kunstenaar, wiens kleingrafiek het begin van de collectie vormde. Ook beheert de stichting tegenwoordig nalatenschappen van diverse bekende grafici: tienduizenden prenten, alsook de oorspronkelijke blokken en platen waarin die prenten werden gegraveerd, gegutst of gesneden.

Na Pieter Jonker was het woord aan Jane Leusink. Zij presenteerde verleden jaar haar zesde dichtbundel, onder de titel Kraanvogels. Haar debuut, Mos en gladde paadjes, werd in 2003 onderscheiden met de C. Buddingh’-prijs, haar volgende bundels werden zonder uitzondering lovend besproken, en ook Kraanvogels, dat kan worden omschreven als een samengaan van hoogstpersoonlijke lyrische beschouwingen en verhalende poëzie, met veel aandacht voor historische gebeurtenissen, is een hogelijk geapprecieerd succes, dat veelvuldig in de pers en op het internet werd besproken. Jane Leusink gebruikte de Verantwoording bij Kraanvogels om toe te lichten wat poëzie en taal voor haar betekenen.’Je moet de doden naar je toeschrijven, opdat ze waarlijk in je kunnen opstaan en terug kunnen praten.’ Aansluitend las ze het gedicht ‘Wij’ voor, dat door de aanwezigen aandachtig werd gevolgd, mede door de projectie van de tekst in negen strofen op het beeldscherm.

Voor de publicatie van Kraanvogels koos Jane Leusink een nieuwe uitgever: Nobelman te Groningen. Voorzitter Anton Brand greep dat gegeven aan om te melden dat zijn naamgenoot Gerrit Brand (maar geen familie), directeur van Nobelman, binnenkort zijn eigen zesde roman uitbrengt, Cinemascope, en kort daarna een historische roman door Arjo Vanderjagt, emeritus hoogleraar van de RUG, over Henric Piccardt, borgheer van de Fraeylemaborg te Slochteren en bouwer van de Hoge Kerk te Harkstede. Collega Anton Scheepstra van Uitgeverij Passage doet binnenkort een nieuw boek van Hanneke Boonstra het licht zien, over de familie Schalker, in het bijzonder over twee vooraanstaande leden van de CPN en verzetsstrijders in de vorige eeuw: Kees & Jan, een communistisch gezin voor, tijdens en na de oorlog. De leden van de Noordelijke Afdeling werden door Anton Brand en door de auteurs van harte uitgenodigd deze presentaties bij te wonen.

Na het hoofdgerecht introduceerde Stefan van der Poel, lid van het bestuur, universitair docent bij de afdeling Geschiedenis van de RUG, de historicus Arend van Essen, die anderhalf jaar geleden aan de RUG promoveerde op het proefschrift Staatsbelang boven regentengezang: de politieke traktaten van Simon van Slingelandt (1664-1736) en het functioneren van de Republiek. Van Essen sprak vervolgens meeslepend en met humor en eveneens aan de hand van lichtbeelden over de werkwijze en de uitkomsten van zijn onderzoek, waarin hij als eerste de politieke geschriften van Van Slingelandt integraal heeft geanalyseerd. Het mondde uit in belangrijke correcties op het bestaande beeld van de persoonlijkheid en historische betekenis van Van Slingelandt en diens visie op de Republiek, het toenmalige stadhouderschap en het functioneren van de Raad van State en de Staten-Generaal. Een boeiende terugblik op bestuurlijk Nederland in de late zeventiende en de vroege achttiende eeuw.

Ook de volgende Najaarsbijeenkomst van de Noordelijke Afdeling zal waarschijnlijk in De Sleutel plaatsvinden. Vanzelfsprekend ontvangen de leden daarover tijdig bericht.

Verslag: Anton Brand, 23.03.2023